We hebben allemaal wel een woordje Frans geleerd op school. We kennen de rijtjes van être en avoir, zeggen 'bonjour' en 'au revoir', maar eenmaal in Frankrijk staan we soms met onze mond vol tanden en blijken die Fransen ineens heel andere dingen te zeggen dan we op school geleerd hebben. Hoe zeg je de dingen nou echt in het Frans van vandaag?
Typischfrans is ook te vinden op BlueSky https://bsky.app/profile/arnogerrits.bsky.social
Of het gewone golven zijn of schokgolven zijn weet ik niet, maar het heeft in ieder geval een groter effect dan het opwaaien van een beetje stof. Iets wat fait de vagues zorgt echt voor flink wat opschudding en verontrusting. Zoiets wat vorige week woensdag gebeurde bijvoorbeeld.
Dit is een argot-uitdrukking die al te vinden is in de Graaf van Montechristo van Alexandre Dumas en verwijst waarschijnlijk naar de verstikking die gepaard gaat met een verslikking.
ijzer met handen breken ('de maan met de tanden pakken')
IJzer met handen breken is al verschrikkelijk moeilijk, de maan met je tanden te pakken krijgen is gewoon echt onmogelijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de uitdrukking afkomstig is uit een literair werk waarin de hoofdpersonen voortdurend handelingen (proberen) te verrichten die voor een gewoon mens onmogelijk zijn, nl. Pantagruel van François Rabelais uit 1532. Vanaf de zestiende eeuw verschijnt de maan in meer uitdrukkingen die het onmogelijke aanduiden, zoals prometteur de lune ('iemand die het onmogelijke belooft') en vanaf de negentiende eeuw demander la lune ('het onmogelijke vragen').
volgende keer: proberen we onze tabakspruim niet in te slikken...
In eerste instantie denk je waarschijnlijk meteen te weten wat deze uitdrukking betekent, nl. 'een ezelsbruggetje', maar dat is dus niet het geval. We hebben hier te maken met een zgn. 'valse vriend'. Een ezelsbruggetje is in het Frans een truc of een moyen mnémotechnique - voorwaar een woord waar je een ezelsbruggetje voor nodig hebt om het te onthouden - maar de ezels in de uitdrukking verwijzen wel naar iets gemakkelijks, om precies te zijn iets gemakkelijks dat alleen door domheid of een gebrek aan concentratie als moeilijk kan worden ervaren. De uitdrukking verwijst naar één bepaalde brug die in de zestiende eeuw de beide Seine-oevers in Parijs met elkaar verbond, nl. de Pont-au-Double tussen de quai de Montebello en het kerkplein van de Notre-Dame. Hij werd vaak de Pont aux Ânes ('ezelsbrug') genoemd omdat ezels eroverheen liepen om aan de overkant te gaan grazen.Het was aanvankelijk een eenvoudige boogbrug zonder brugdek, waardoor de ezels nogal eens weigerachtig waren, omdat ze niet konden zien wat zich aan de andere kant van de brug - achter het verhoogde gedeelte bevond. En gezien de discutabele reputatie van de (domme) ezel, werd de ezelsbrug al gauw een metafoor voor iets heel eenvoudigs dat door een dwaas niet snel begrepen werd.
Het lijkt zo goed als onmogelijk, brand in een viskweekvijver, maar als je het hardop leest, lijkt het toch waar te zijn: Toutes les carpes sont des truites. Zo gespeld staat er 'alle kapers zijn forellen' maar het klinkt als toutes les carpes sont détruites ('alle karpers zijn vernietigd'). Il ne reste que des sandres betekent 'er zijn alleen nog snoekbaarzen over' maar het klinkt als il ne reste que des cendres ('er is alleen nog as over').
volgende keer: beschouwen we het leven van een nietsnut...
waaraan heb ik ... te danken? ('wat is me ... waard?')
Valoir betekent 'waard zijn' en 'gelden', zoals bijvoorbeeld in ça vaut la peine ('dat is de moeite waard') en cela vaut pour tout le monde ('dat geldt voor iedereen'). Een veel voorkomende combinatie is mieux vaut ('het is beter..., lett. 'het is meer waard'). Jezelf doen gelden is se faire valoir en als je zegt cela se vaut, dan komt het op hetzelfde neer. Maar daarnaast kun je het ook gebruiken om je verbazing uit te spreken als je iets overkomt dat je niet had verwacht, bijv. qu'est-ce qui me vaut ce plaisir? ('waar heb ik dit plezier aan te danken?') of qu'est-ce qui me vaut l'honneur de ta visite ? ('waar heb ik (de eer van) jouw bezoekje te danken?')
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel ('als de kat er niet is, dansen de muizen’)
De Nederlandse variant van de uitdrukking is iets explicieter dan de Franse, omdat ze ook de plek van de dansvloer aangeeft. De Franse muizen dansen kennelijk overal waar ze zich toevallig bevinden. Persoonlijk heb ik momenteel niet zo veel zin om te dansen, nu ik zie wat jarenlange afwezigheid van gezag dat zich echt bekommert om de noden van de bevolking heeft aangericht. Waar kan ik heen? Ik vrees dat er geen leven is op Pluto. Misschien kan ik dansen op de maan, of op de rand van de vulkaan...
volgende keer: vraag ik me af waaraan we dit te danken hebben...
het recht van de sterkste / de geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars ('het reden van de sterkste is altijd het beste')
Het is opmerkelijk hoeveel uitdrukkingen in de Franse taal afkomstig zijn uit de fabels van Jean de La Fontaine. In dit geval hebben we het over Le loup et l'agneau ('de wolf en het lam') waarin een wolf een lammetje ervan beschuldigt zijn drinkwater te vervuilen. Het lam antwoordt nederig dat het stroomafwaarts staat te drinken dus dat het daarmee onmogelijk het water voor de wolf kan bevuilen. Het mag niet baten. Het lam zou een jaar eerder kwaad van hem hebben gesproken, dus het moet gestraft worden. Maar toen was het lam nog niet geboren. Ook dat kan de wolf niet vermurwen. Dan was het iemand uit de directe omgeving van het lam en zonder enige vorm van proces sleept de wolf het lam mee om hem op te peuzelen...
La raison du plus fort est toujours la meilleure : Nous l’allons montrer tout à l’heure.
Un Agneau se désaltérait Dans le courant d’une onde pure. Un Loup survient à jeun qui cherchait aventure, Et que la faim en ces lieux attirait. Qui te rend si hardi de troubler mon breuvage ? Dit cet animal plein de rage : Tu seras châtié de ta témérité. – Sire, répond l’Agneau, que votre Majesté Ne se mette pas en colère ; Mais plutôt qu’elle considère Que je me vas désaltérant Dans le courant, Plus de vingt pas au-dessous d’Elle, Et que par conséquent, en aucune façon, Je ne puis troubler sa boisson. – Tu la troubles, reprit cette bête cruelle, Et je sais que de moi tu médis l’an passé. – Comment l’aurais-je fait si je n’étais pas né ? Reprit l’Agneau, je tette encor ma mère. – Si ce n’est toi, c’est donc ton frère. – Je n’en ai point. – C’est donc quelqu’un des tiens : Car vous ne m’épargnez guère, Vous, vos bergers, et vos chiens. On me l’a dit : il faut que je me venge. Là-dessus, au fond des forêts Le Loup l’emporte, et puis le mange, Sans autre forme de procès.
felle kritiek hebben / een moeilijk publiek zijn ('de harde tand hebben')
Als je felle kritiek uit, komen er harde woorden uit je mond. In de uitdrukking is die figuurlijke hardheid verschoven naar de letterlijke hardheid van je tanden waarlangs de kritische woordenstroom je mond verlaat...
volgende keer: bespreken we het recht van de sterkste...
De ene soeplepel is iets groter dan de andere, dus als je hoeveelheden meet in soeplepels en niet in liters of grammen, dan geef je de hoeveelheid bij benadering aan en niet precies.
- Is dat een mens? = Nee, dat is een vogelverschrikker, dat weet ik zeker... - Hoe kun je daar zo zeker van zijn? = Hij kijkt niet op zijn mobiel... - Dat is waar...!
- Spreek ik met de politie? = Ja. - Ik ben aangevallen door dieven. = Hoeveel dieven? - Zeven. = Wat zei je? - Ik zei zeven (J'ai dit sept) = Zeventien ? (dix-sept) - Nee, zonder tien (sans dix), zeven (sept)! = Honderdzeventien. (cent dix-sept) - Nee, zeven zonder tien (sept sans dix). = Wat, zevenhonderdtien? (sept cent dix) - Kom nou nee, zeven, zonder tien: zeven ! (sept, sans dix : sept) = Dat is wel heel erg veel. Zevenhonderdzeventien dieven. - Nee, nee! Ik zei: zeven, zonder tien, zeven! (dit : sept, sans dix, sept) = Oh là là: zeventienhonderdzeventien (dit-sept cent dix-sept) dieven. - Nou, tot ziens.
Als de politie nu niet uitrukt...
volgende keer: moeten we het beroep vogelverschrikker gaan moderniseren...
ieder diertje zijn pleziertje ('voor iedere nar zijn narrenstaf')
Dit kun je zeggen als iemand wel heel veel passie heeft voor een bepaalde bezigheid die jij zelf misschien liever aan je voorbij laat gaan. De fou (lett. 'dwaas') in de uitdrukking verwijst naar narren die vorsten in vroeger tijden naar het hof lieten komen vanwege hun bijzondere voorkomen (dwerggroei, zwarte huid). Door hen bijvoorbeeld acrobatische toeren uit te laten voeren en (woord)grappen te laten maken, konden ze de vorst en zijn publiek aan het lachen maken. Deze narren waren gekleed in een bontgekleurd narrenpak met belletjes daarin vastgenaaid. Bovendien hadden ze een narrenstaf waarop een poppengezicht met een bontgekleurde muts was bevestigd. Die heette in het Frans een marotte. Dit gaf hen vreemd genoeg een zekere autoriteit. Onder het mom van ontoerekeningsvatbaarheid konden ze zich soms van alles permitteren zonder dat men er aanstoot aan nam. En zo ging avoir une marotte betekenen dat je een bijzondere passie voor iets (laakbaars?) had, maar ach... ieder diertje zijn pleziertje.
je mond niet opendoen / je tanden op elkaar houden ('zijn tanden niet van elkaar houden')
Je kunt natuurlijk nog wel proberen te praten met je tanden op elkaar maar het zal de verstaanbaarheid niet erg bevorderen. De uitdrukking brengt vooral de verbetenheid onder woorden waarmee je niet bereid bent bepaalde informatie prijs te geven.
spijkers op laag water zoeken ('het haartje in het ei zoeken')
Als je met heel veel aandacht voor het kleinste detail op zoek gaat naar een futiele reden om iets of iemand te bekritiseren, dan kun je dat muggenziften noemen of zeggen dat je spijkers op laag water zoekt. Je kunt het ook vitten of haarkloven noemen. Dat haartje zoeken de Fransen dan in een ei. Mijn ervaring is overigens dat je dat heus wel vindt, zonder loep, maar altijd als het te laat is en je het met afschuw van je tong moet vissen...
volgende keer: houden we onze tanden op elkaar (ook een manier om het haartje te ontwijken...)
Het is niet ongebruikelijk dat iemand die komt te overlijden op de valreep nog iets goed wil maken, een verstoorde relatie goed maken, zeggen dat je van iemand houdt, een lang bewaard geheim onthullen, maar je kunt natuurlijk ook je bakker bedanken voor al het brood dat je al die jaren in leven heeft gehouden. Brood is te beschouwen als een eerste levensbehoefte. Misschien dat dat deze merkwaardige uitdrukking heeft opgeleverd. Ik kan er alleen naar gissen.
volgende keer: proberen we een haartje uit een ei te vissen...
Van oorsprong was een toetssteen een stuk fijn gepolijste zwarte lydiet, ook wel kiezellei genoemd. Het is een door koolstof gekleurde kiezel. Het werd en wordt door goudsmeden gebruikt om bij benadering het goudgehalte van legeringen te bepalen. Metalen laten er namelijk zichtbare strepen op achter. De kleur en dikte ervan worden vergeleken met proefnaalden van gouden of zilveren stiften van verschillend maar bekend gehalte. En zo kun je bijvoorbeeld een ring over de toetssteen halen om te zien of die wel echt van goud is gemaakt. Het spreekt vanzelf dat de ervaring en deskundigheid van de goudsmid hierbij van groot belang is.
Bij het woord 'taalstrijd' denken de meesten van u waarschijnlijk meteen aan de onophoudelijke taaltwisten bij onze zuiderburen tussen de Walen en de Vlamingen, maar ook in Frankrijk woedt al jaren een hardvochtige taalstrijd die zich concentreert om een van Frankrijks bekendste culinaire pareltjes, te weten het chocoladebroodje. In het grootste deel van Frankrijk heet dit viennoiserie-broodje pain au chocolat, maar durf dat maar eens te bestellen in Zuid-West-Frankrijk. Daar heet hetzelfde broodje namelijk chocolatine. Obelix heeft de euvele moed een pain au chocolat te bestellen en wordt meteen terechtgewezen door een plaatselijke bewoner. Dat laat Obelix zich niet zeggen. Hij slaat de klant die hem terecht durfde te wijzen letterlijk uit zijn schoenen... eh sandalen en zegt 'en heet een klap op je muil (voor 'klap' gebruikt hij overigens het woord pain dat ook deze figuurlijke betekenis kan krijgen) een muilatine?'
Of wat te denken van deze bakker in het zuidwesten van Frankrijk. Die heeft naast de chocoladebroodjes (daar dus chocolatines geheten) ook een paar met chocolade belegde stukken stokbrood neergelegd die hij pain au chocolat (lett. 'brood met chocolade') noemt. En uiteraard is de besteller van een chocolatine ook nog eens goedkoper uit...
een leugentje om bestwil / onzin uitkramen ('op het (lok)fluitje spelen')
Als je bijzonder twijfelt aan wat iemand zegt, kun je ook zeggen: c'est du pipeau ! ('dat is onzin'). Het fluitje waarvan sprake is in de uitdrukking is een lokfluitje om vogels te lokken, en het leugentje is dan ook bedoeld om iemand goed te stemmen, om iemand te verleiden tot iets.
Dit is volgens mij de eerste keer in het bestaan van dit blog dat we ons in paranormale sferen begeven. Voor een paranormale entiteit die zich alleen kenbaar maakt door middel van klopgeluiden hebben wij het woord 'klopgeest', al is het Duitse Poltergeist mede dankzij de gelijknamige film van Steven Spielberg uit 1982 misschien nog wel gangbaarder. Zelf heb ik er (gelukkig) nog nooit mee te maken gehad. In het Frans zeggen ze in feite hetzelfde als wij: een geest die klopt, un esprit frappeur. Ik wens u allen een rustige nacht, zonder klopgeesten.
Als wij voor het eerst met iemand kennismaken zeggen we dat we dat aangenaam vinden, een Fransman is betoverd - enchanté, dat is natuurlijk te verwachten bij de charmante (= betoverende) Fransen. Als er iets gebeurt dat je eigenlijk helemaal niet verwachtte, dan nemen onze beide talen hun toevlucht tot het magische: iets verandert als bij toverslag, in het Frans door betovering.
Volgens een volkslegende worden baby's door ooievaars gebracht, volgens een andere worden ze in kolen geboren. Een aanspreekvorm voor een schattig kind (en ook flink opgegroeide schattige kinderen) kan dan ook mon chou zijn (wij kennen de term meer voor een schattige maar machtige taart en het belangrijkste roomkaasingedriënt daarvan). Maar waarom een stukje kool? Dat heeft waarschijnlijk een andere oorsprong. Bronnen die ik raadpleegde vermoeden dat het om een verbastering van bouchon ('kurk') gaat, dat sinds de achttiende eeuw ook werd gebruikt om schattige kindertjes mee aan te duiden, en dat zou dan via het Occitaanse (Provençaalse) boudouchou in dezelfde betekenis gebeurd zijn.
volgende keer: hebben we een betoverende bijdrage...
À bout de course is de Franse titel van de Amerikaanse film Running on empty met een 18-jarige River Phoenix in de hoofdrol. Je denkt in eerste instantie meteen te begrijpen hoe de uitdrukking is ontstaan, omdat je tegenwoordig bij het woord course meteen aan 'race' of 'hardloopwedstrijd' denkt en dat zo'n inspanning je fysiek uitput is heel begrijpelijk. Maar bij course moet hier gedacht worden aan de slijtage van een mechaniek (van een slot bijvoorbeeld). Na intensief gebruik van zo'n mechaniek kan het totaal versleten zijn. De uitdrukking kan zowel betrekking hebben op het fysiek als op de geest, als je mentaal uitgeput bent dus.
In dit geval worden we opgeroepen de zorgmedewerkers een handje te helpen. De sterke hand waarvan sprake is in de uitdrukking verscheen in de vijftiende eeuw en was toen bedoeld om de rechtspraak en de overheid te helpen bij het handhaven van de orde. Een eeuw later werd al gesproken van tenir main forte in de betekenis 'iemand te hulp komen', een veel algemenere betekenis dus. De huidige variant met prêter ('lenen, verlenen') dateert uit de zeventiende eeuw.
volgende keer: hopen we dat het gaat regenen (?)...
In de jaren 1935-1936 was het literaire tijdschrift La bête noire een nagel aan de doodskist van het in Frankrijk opkomende fascisme. Zowel de woorden 'zwart' als 'beest' hebben in Europese talen gewoonlijk een negatieve bijklank en dat is dan ook precies de bedoeling sinds de uitdrukking in de negentiende eeuw in zwang raakte.
versteld (doen) staan ('verstikt zijn/blijven/laten')
Het zal je maar overkomen als je nietsvermoedend de metro in stapt, dan stokt je adem toch? Dat is wat er ook aan de hand is in de uitdrukking van vandaag. Het woord pantois ('verstomd, beduusd') dat gewoonlijk wordt gecombineerd met een van de werkwoorden être ('zijn'), rester ('blijven') of laisser ('laten') betekende oorspronkelijk (en dan hebben we het over de twaalfde eeuw) 'verstikt', afkomstig van het werkwoord panteler ('verstikken'). Iets doet je verstikken, het beneemt je de adem, laat je verstomd of versteld staan.