op de bonnefooi / op goed geluk
('op klein geluk het geluk')
Het is een beetje dubbelop, deze uitdrukking, althans als wij Nederlanders ernaar kijken, aangezien wij één en hetzelfde woord gebruiken voor 'levensgeluk' (bonheur) en 'buitenkansje' (chance).
Op zich zou de uitdrukking au bonheur genoeg zijn ('op goed geluk'). Taalkundigen voeren wel aan dat de toevoegingen petit en la chance bedoeld zijn om het lot te bezweren: 'ik vraag maar om een beetje (petit) geluk. Het zou mooi zijn als dat lukte (chance).'
volgende keer:
wonen we in een bananenrepubliek...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten