maandag 7 november 2022

mon petit doigt m'a dit que...

de kaboutertjes hebben me verteld...
('mijn pink heeft me gezegd...')

Mijn zus voerde toen ze nog heel jong was uitgebreide gesprekken met de voet van mijn vader. In een sok gestoken bewoog hij zijn grote teen alsof hij ja knikte of nee schudde terwijl mijn zusje hem allerlei vragen stelde. Minder lenige personen zouden dit spel misschien eerder met hun vinger spelen en dat wordt natuurlijk al weer een stuk geloofwaardiger voor kinderen als je die vinger bekleedt met een vingerpop, zoals op het plaatje. Maar die pop is helemaal niet nodig, evenmin als dat het geval was bij mijn vaders voet. Als je je kind wijs maakt dat je pink je iets in je oor gefluisterd heeft, dan vertel je iets achteraf en dan is de vermomming dus niet nodig. En als je geloofwaardig wilt maken dat je voet je dat heeft ingefluisterd, dan moet je wel uiterst lenig en flexibel zijn... Een voorbeeld hiervan is zelfs opgetekend in Le Malade imaginaire ('de ingebeelde zieke') van Molière: Voilà mon petit doigt qui gronde quelque chose. (Il met son doigt à son oreille.) Attendez. Eh ! ah ! ah ! oui ? Oh, ah ! voilà mon petit doigt qui me dit quelque chose que vous avez vu, et que vous ne m'avez pas dit waarin het personage zijn pink naar zijn oor brengt en beweert dat die hem iets vertelt wat de ander gezien maar niet gezegd heeft...

volgende keer:
geven we een tik op de klok...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten