continuer à, passer, ...
'Voor het Louvre brulde een agent: "Doorlopen! Er is hier niets te zien."
Bepaalde aspecten van een taal worden in de Germaanse talen zoals het Nederlands, het Engels en het Duits heel anders aangepakt dan in de Romaanse, zoals het Frans, het Spaans en het Italiaans. Een mooi voorbeeld zijn samenstellingen van werkwoorden en voorzetsels. Neem nou ons 'doorlopen'. Daarnaast kun je ook meelopen, nalopen, overlopen, je kunt iets oplopen, je kunt inlopen, aanlopen en ga zo maar door. Die mogelijkheden zijn in de Romaanse talen heel beperkt. Vaak moet je gewoon je toevlucht nemen tot een compleet ander woord dat op zichzelf de hele betekenis uitdrukt, zoals hierboven circuler voor 'doorlopen'. Het kan dan meteen ook wel 'doorrijden', 'doorfietsen' e.d. betekenen.
Voor dit aspect van 'iets blijven doen' (in het Nederlands ligt de klemtoon dan altijd op 'door') kun je ook het werkwoord continuer à of de ('doorgaan met') gebruiken: 'dooreten' is continuer à manger, 'doorlezen' continuer à lire (of poursuivre sa lecture), 'doorpraten' continuer à parler en 'doorzwemmen' continuer à nager.
In het Nederlands gebruiken we in deze betekenis ook wel het werkwoord blijven. Kies in zulke gevallen nooit het Franse rester ('niet weggaan'), maar continuer: 'hij blijft maar zeggen...' il continue à dire.
Voor andere betekenissen van 'door-' wordt het lastiger. Als je met 'door-' 'ergens doorheen' bedoelt, zul je regelmatig een vertaling met passer tegenkomen. Iemand of iets 'doorlaten' is bijvoorbeeld laisser passer. Ook voor 'doorkomen', doorbrengen' en 'doorgeven' kun je passer gebruiken: passez-moi le sel, s'il vous plaît. 'Geef het zout even door, alstublieft.'
Maar doorgaans zul je geval voor geval moeten bekijken wat de precieze betekenis is van het woord. Een algemene vertaling voor door- is dus helaas niet te geven. Vindt u dit frustrerend? Niets aan te doen, gewoon blijven doorleren, zou ik zeggen...
volgende keer:
Hoe huil je in het Frans 'tranen met tuiten' ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten