in zijn vuistje lachen / iemand in de zeik nemen
('de baard maken')
Deze uit de achttiende eeuw daterende uitdrukking is inmiddels wat in onbruik geraakt. Dat kan van het dragen van baarden (helaas) nog niet gezegd worden. Gezichtsbeharing is erg aan mode onderhevig en zegt iets over iemands persoonlijkheid. Bij de Romeinen was het lang uit den boze, hoewel het vanaf de tweede eeuw door de keizers weer juist werd gezien als een teken van cultuur en belezenheid omdat het deed denken aan de baarddragende Griekse filosofen. In veel (sub)culturen is het een teken van mannelijkheid. In de negentiende eeuw en onder eenentwintigste-eeuwse hipsters waren/zijn snorren en baarden weer erg in de mode en moe(s)ten ze ook zorgvuldig onderhouden worden.
In de Middeleeuwen werden overwonnen mannen vaak geschoren om ze te vernederen (men tastte er hun mannelijkheid mee aan) en daaruit zou de uitdrukking van vandaag wel eens kunnen zijn ontstaan. De eerder besproken (kinder)treiteruitroep Bisque-bisque-rage ! ('nananananana / sliepuit !') werd ook vaak vergezeld van een gebaar waarbij met de wijs- en middelvinger een herhaalde beweging onder de kin werd gemaakt.
volgende keer:
liggen we met elkaar in de clinch om een niemendalletje...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten