no go area, gribus
('hof van wonderen')
Weinig steden hebben in korte tijd zo'n gedaanteverandering ondergaan als Parijs in de tweede helft van de negentiende eeuw. In opdracht van Napoleon III veranderde baron Haussmann het verloederde Parijs met zijn middeleeuwse kronkelstraatjes en krottenwijken in een monumentale stad met kaarsrechte brede boulevards en verre zichtlijnen. Ronduit spectaculair zijn vaak de foto's van voor en na Haussmann. In de tijd dat Victor Hugo zijn Notre-Dame de Paris ('de klokkenluider van de Notre-Dame') en Les Misérables schreef, had Haussmann zijn werk nog niet gedaan. De term cour des miracles is heel populair geworden sinds Victor Hugo deze gebruikte in Notre-Dame de Paris, maar hij bestond al in de Middeleeuwen om een stadsdeel aan te duiden waar de verschoppelingen zich ophielden: prostituees, dieven, bedelaars en zieken. Deze wijken werden door andere bewoners gemeden (als de pest). De benaming cour des miracles is te danken aan het feit dat er zich in deze buurten ook nogal wat mensen ophielden die de zaak beduvelden. Zodra de avond viel, verdwenen deze figuren als bij een wonder: eenbenige bedelaars konden ineens weer lopen, hoogbejaarden vonden ineens hun jeugd weer terug, heel miraculeus dus. Of zoals Hugo het verwoordde: « La Cour des Miracles n'était en effet qu'un cabaret, mais un cabaret de brigands, tout aussi rouge de sang que de vin ».
volgende keer:
Hoe zeg je in het Frans : 'Ben je wel helemaal goed bij je hoofd?'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten