aan het werk gaan / de handen uit de mouwen steken
('naar de steenkool gaan')
Al is het beroep in West-Europa uitgestorven, je ziet ze meteen voor je: de stoere mannen met hun zwarte gezichten die er niet voor terugdeinzen meters onder de grond af te dalen en in het duister hun noeste arbeid te verrichten. Dat waren voorwaar mannen die bereid waren hun handen uit de mouwen te steken. Maar de uitdrukking is in de jaren '30 ontstaan in de wereld van de prostitutie en duidde op een 'regulier beroep' in tegenstelling tot dat van de prostituees en hun pooiers. Vervolgens werd het overgenomen door de onderwereld, waar het 'een eerlijk beroep uitoefenen' ging betekenen. In de theaterwereld ging het betekenen 'zich belangeloos inzetten, zichzelf niet sparen'. Pas in de jaren '80 van de vorige eeuw kreeg het zijn huidige, algemene betekenis van 'aan het werk gaan'.
volgende keer:
is er geen kip, geen hond noch een ander dier...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten