op (zieken)bezoek gaan / op bezoek gaan in de gevangenis/het ziekenhuis
('sinaasappels meebrengen')
In ons land is het een goed gebruik bij iemand die ziek is een fruitmand te laten bezorgen. Bij een gewoon bezoek nemen we eerder een bloemetje of een fles wijn mee en hoe dat in de gevangenis gaat, daar heb ik eigenlijk geen idee van, want daar ben ik nog nooit op bezoek geweest. Ik vermoed dat je daar helemaal niets mee mag brengen.
Het heeft allemaal te maken met een buitengewoon preutse senator aan het eind van de negentiende eeuw. Deze Béranger kreeg als bijnaam Père-la-pudeur ('Vader Schaamte') vanwege zijn censuurmaatregelen en zijn obsessie met de goede zeden van de Franse burgers. In 1892 werden vier jonge dames onder wie Marie-Florentine Roger die zich Sarah Brown liet noemen, veroordeeld omdat ze halfnaakt hadden deelgenomen aan een optocht van de École des Beaux-Arts in Parijs. De zaak deed veel stof opwaaien en de dichter Raoul Ponchon schreef de volgende verzen:
O, Sarah Brown, si on t'emprisonne, pauvre ange,
Le dimanche, j'irai t'apporter des oranges.
('O Sarah Brown, als je naar de gevangenis moet, arme engel,
Dan zal ik je 's zondags sinaasappelen komen brengen.')
De sinaasappelen werden dus gekozen omdat ze op pauvre ange rijmen en dat is volgens de site expressio.fr een sympathieker cadeau dan losanges ('ruiten') phalanges ('vingerkootjes'), mésanges ('mezen') of rechanges ('reserveonderdelen'). Van dezelfde dichter komt ook de spreuk: Quand mon verre est vide, je le plains. Quand mon verre est plein, je le vide. ('Als mijn glas leeg is, treur ik erom. Als mijn glas vol is, leeg ik het').
volgende keer:
schiet ik uit mijn slof...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten