anderhalve man en een paardenkop
('drie kaalkoppen en een kaalgeschorene')
Twee elementen zijn van belang in deze uitdrukking: het geringe aantal (als er maar vier mensen komen opdagen op een groot evenement, dan is dat teleurstellend) en het geringe belang van de betreffende personen.
Waarom die minachting voor kaalhoofdigen (immers, waar hersens zitten, kan geen haar groeien - ik moet onze soort toch op zijn minst verdedigen, nietwaar?) ?
Het kan niet aan een gebrek aan mannelijkheid liggen, aangezien kaalhoofdigheid vaak gestimuleerd wordt door een overmaat aan testosteron, maar dat wist men vroeger nog niet... Vast staat in ieder geval dat in het Oud-Frans pelé ook stond voor 'gierig' en 'uitschot' en dat soort publiek heb je natuurlijk liever niet. Later kon het ook betekenen dat je leed aan pelade (alopecia areata), een aandoening van de hoofdhuid waarbij plaatselijk haar uitvalt en waarvan men vreesde dat die besmettelijk was, en tondu duidde ook personen aan die leden aan teigne ('ringworm'), een schimmelinfectie van de huid.
Het ging dus om ongezonde, onhygiënische personen die je maar liever kon mijden...
volgende keer:
verdwijnen we van de aardbodem...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten