woensdag 7 juni 2023

tomber en quenouille

verloederen / verloren gaan
('in een lisdodde vallen')

Gisteren bespraken we de dubbelhartige houding van de mens met zijn trouwe viervoeter, vandaag die van de al even dubbelhartige van de (hetero)man voor zijn trouwe 'tweevoeter', de vrouw. We zien het maar al te vaak. Mannen (en vrouwen) die beweren dat de emancipatie van de vrouw in het westen wel voltooid is, moeten zich nog eens ernstig op het hoofd krabben als ze constateren dat vrouwen nog altijd minder op leidinggevende posities terechtkomen, ze minder betaald worden dan mannen en dat als een beroep 'gefeminiseerd' wordt, zoals bijvoorbeeld in het onderwijs en de gezondheidszorg het geval is, het kennelijk gedaan is met de hoge reputatie van de betreffende beroepen. Terug naar de uitdrukking en naar het woord quenouille erin. Gisteren bespraken we het woord canicule (van het Latijn canicula) dat zich van 'hondje' tot 'hittegolf' heeft ontwikkeld. Het woord quenouille, tegenwoordig het Franse woord voor 'lisdodde', komt van het Latijnse conucula (aanvankelijk colucula) en stond voor een stok met aan het uiteinde afwikkelbare wol, bestemd voor het spinnen, een taak die typisch werd voorbehouden aan vrouwen. En als iets tombait en quenouille, dan 'verviel' het dus tot het domein van de handwerkzaamheden zoals het spinnen van wol, het domein van de vrouwen dus. En de misogynie (vrouwonvriendelijkheid) van de westerse cultuur ging (gaat?) zo ver dat daarmee ook werd (wordt?) verondersteld dat er sprake is of was van kwaliteitsverlies. Als je iets aan vrouwen overlaat, kan het alleen maar kwalitatief minder worden, zo is kennelijk de gedachte eronder. Iets wat dus tombe en quenouille, verloedert en gaat verloren. Daar heeft de westerse man goed garen bij gesponnen...

volgende keer:
komen we uit onze ivoren toren...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten