vrijdag 24 april 2020

famille de mots : cuire

cuire - cuit - cuisant - cuiseur - cuisine - cuisiné - cuisiner - cuisinette - cuisinier - cuisinière - cuisson - cuistance - cuistot - cuite - recuire

Oh, de Franse keuken, wanneer kunnen we daar weer eens ter plekke van genieten? Cuire - van het vulgair Latijnse cocere waarmee ook ons 'koken' verwant is - betekent... ja, wat betekent het eigenlijk? Als je het in het woordenboek opzoekt, vind je zowel 'koken', als 'bakken', 'braden' en 'stoven', vreemd eigenlijk voor een taal die zo genuanceerd is dat ze voor alle bereidingswijzen weer eigen termen heeft. Eigenlijk betekent cuire 'gaar maken' en dat kan natuurlijk op verschillende wijzen. Het werkwoord bouillir ('koken') is echt gereserveerd voor het 'aan de kook zijn' van vloeistoffen. Je kunt dus zeggen: l'eau bout ('het water kookt'), maar als je water gaat koken dan zeg je faire bouillir l'eau ('het water doen koken'). Een vast voorwerp kan zelf niet koken, dus als je een ei gaat koken, gebruik je cuire : faire cuire un oeuf (lett. 'een ei gaar doen worden'). Va te faire cuire un oeuf betekent trouwens zoiets als 'ga toch fietsen!' maar dit terzijde. Cuire kan als 'bakken' gebruikt worden als het weer gaat om het gaarwordingsproces, en dan hebben we het dus over bakken in de oven: cuire du pain ('brood bakken'). Bakken in een pan kan op meerdere manieren vertaald worden bijvoorbeeld faire sauter des pommes de terre ('aardappelen bakken', lett. 'laten springen'). En nu moet ik even ophouden, want je ziet het al, het is allemaal nog veel genuanceerder dan je misschien gevreesd had... Het is waarlijk een vak apart, Frans koken...
Cuit is in eerste instantie 'gaar', maar ook 'gebakken' of 'gekookt' en als je als persoon cuit bent, dan ben je 'erbij', 'gesnapt'. Bien cuit is 'bruingebakken' als het over brood gaat, en 'goed doorbakken' als het over een biefstuk gaat.
Een cuite is een bakproces van aardewerk of porselein of zoals onlangs besproken een 'dronkenschap'. 
Cuisant, lett. 'brandend, kokend' wordt vooral figuurlijk gebruikt in de betekenis 'schrijnend', bijvoorbeeld une blessure cuisante, 'een schrijnende wond'.
Een cuiseur is een 'kookketel'.
Dan komen we bij het bekende woord cuisine dat zowel 'keuken', 'kookkunst' als 'gerecht' kan betekenen. Faire la cuisine is 'koken' in de betekenis 'kokkerellen', evenals cuisiner. Een plat cuisiné is een 'kant-en-klaar-gerecht'. Een cuisinette noemen wij een 'kitchenette'. 
Een cuisinier is een 'kok' en een cuisinière een 'kokkin', maar dat laatste woord kan ook gebruikt worden in de betekenis 'fornuis': une cuisinière à gaz. 
La cuisson is 'het koken, braden, enz.' Als je het op een pak pasta ziet staan, dan gaat het om de kooktijd: (temps de) cuisson : 10 minutes. Het betekent ook 'gaarheid'. Als een ober je bij de bestelling van een vleesgerecht om de cuisson vraagt, dan wil hij weten of je je stuk vlees bleu (warm, maar grotendeels rauw van binnen), saignant (rood), à point (medium) of bien cuit (goed doorbakken) wilt. 
La cuistance  is 'kokkerellen', als werkwoord faire la cuistance en een cuistot is een 'kok', doorgaans in een inrichting, een schip of een kazerne.
Dan hebben we nog recuire dat 'opkoken' of 'opbakken' betekent, meestal dus gecombineerd met faire: faire recuire.

volgende keer:
zitten we in de penarie...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten