Om de slachtoffers van de laatste twee schietpartijen te gedenken vraag ik het Amerikaanse volk een kaarsje aan te steken! |
De afgelopen week zijn velen van ons ons pijnlijk bewust geworden van de bevoorrechte positie die we als witte burgers ongevraagd hebben of zijn we juist met de neus op de feiten gedrukt omdat we kennelijk nog steeds harder ons best moeten doen om door de witte meerderheid voor vol aangezien te worden. Zelfs Mark Rutte is er niet meer van overtuigd dat 'Black Pete' per se zwart moet zijn. Maar Trump verschanst zich in zijn Witte Huis en verdrijft met traangas en gummiknuppels vreedzaam demonstrerende burgers omdat hij zijn imago denkt op te vijzelen met een bijbel in de hand... Genoeg hierover. De woordfamilie van blanc, nou ja een keuze eruit...
Behalve voor de kleur wit staat het zelfstandig naamwoord blanc ook voor 'linnengoed', 'witte wijn' en een 'doelwit'. Het is ook de aanduiding voor een 'blanke, witte persoon'. Een blanche kan een 'blanke vrouw' aanduiden, maar is ook een 'halve noot' in de muziek, een 'witte biljartbal', een 'brandewijn' of een aanduiding voor 'heroïne (sneeuw)'. Een blanc d'oeuf is uiteraard het wit van een ei (maar een 'eiwit' is een protéine). Er zijn ontzettend veel uitdrukkingen en woordcombinaties met blanc, veel te veel om hier te behandelen. Ik noem alleen en blanc waar wij 'blanco, ongeschreven' zouden zeggen. Een 'blanco chèque' is bijvoorbeeld un chèque en blanc.
Er is een aantal specifieke woorden met blanc erin, zoals blanc-bec ('melkmuil'), blanchaille ('kleine witvis'), blanc-manger (een soort gelatinepudding met amandelsmaak, onsterfelijk gemaakt in een absurde sketch van Monty Python waarin buitenaardse wezens in de vorm van blanc-mangers de hele Engelse bevolking in Schotten veranderen om vervolgens Wimbledon te kunnen winnen, ja, verzin het maar...).
Een blanchet is een 'witte molton(deken)' of een 'boekenlegger' en Blanche-Neige is de Franse benaming voor 'Sneeuwwitje'. Een blanc-seing is een 'blanco volmacht' en een blanquette tenslotte is een witte schuimwijn uit Limoux en een blanquette de veau een 'kalfsragout'.
Het bijvoeglijk naamwoord blanc betekent behalve 'wit' ook 'schoon', 'onschuldig' maar ook 'schijn-, proef-'. Een arme blanche is een 'steekwapen' en een examen blanc een 'proefexamen'.
Blanchâtre betekent 'witachtig'. La blancheur is de 'witheid'.
Het werkwoord blanchir betekent onovergankelijk 'wit/bleek worden', maar ook 'grijs worden (van haar)'. Overgankelijk betekent het 'wit maken, bleken', 'blancheren (in de keuken)', 'wassen (van linnengoed)' en 'witwassen, onschuldig verklaren'.
Een blanchi(s) is een 'kerf' ter markering in een boom.
Le blanchissage is 'het wassen/bleken' maar kan ook de raffineren van suiker aanduiden. Blanchissant betekent 'uitmakend' of 'witwordend' en le blanchissement is net als de variant blanchiment zowel 'het witten/wit worden' als 'bleken' en 'blancheren'.
Dat wassen kan gebeuren door een blanchisseur ('wasbaas') of blanchisseuse ('wasvrouw', hoezo gendergelijkheid?) in een blanchisserie ('wasserij, blekerij').
volgende keer:
laten we het maar even zitten...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten