zondag 28 juni 2020

famille de mots : frais

défraîchir - fraîche - fraîchement - fraîcheur - fraîchin - fraîchir - frais - (se) rafraîchir - rafraîchissant - rafraîchissement 

Na de eerste bijna-hittegolf van dit jaar hebben velen van ons behoefte aan enige verkoeling, vandaar vandaag de woordfamilie van frais dat behalve 'vers' ook 'fris' en 'koel' betekent. Het woord heeft overigens niets te maken met frais ('kosten'), hoewel beide woorden zijn ontleend aan Germaanse woorden, het laatste is verwant met ons 'vrede', inderdaad een kostbaar goed, en het eerste met ons 'fris'. 
Fraîcheur is 'frisheid, koelte' maar ook 'versheid' en 'zuiverheid'. En fraîchir betekent 'koeler worden' en als je het over de wind zegt 'aanwakkeren, opzetten'.
Een fraîche is een 'koelte' of een 'koel plekje'. Het kan ook een frisse ochtend- of avondwind zijn. 
Het bijwoord fraîchement kan 'koeltjes' betekenen, maar ook 'pas, onlangs, kort geleden'. 
Fraîchin is de reuk van verse zeevis.
Iets wat défraîchit wordt van zijn glans of frisheid beroofd, of liever verliest zijn glans of frisheid. Je kunt het ook zeggen van kleuren die verbleken.
Rafraîchir betekent 'afkoelen', zowel onovergankelijk als overgankelijk. In figuurlijke betekenis kan het ook gebruikt worden om iets 'op te frissen' of 'op te knappen'. Wederkerend betekent se rafraîchir 'koel worden', maar ook 'een verversing gebruiken'. Rafraîchissant is 'verkoelend, verfrissend'. Une boisson rafraîchissante is een 'frisdrank', al hoor je steeds vaker het veel minder tongbrekende un soda. 
Un rafraîchissant tenslotte is 'verfrissing, afkoeling' of een 'verversing'. Ook hiermee kan een 'koel drankje' bedoeld worden. Proost!

volgende keer:
laat ik u alle hoeken van de kamer zien... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten