dat duurt tot Sint-Juttemis / dat kan een eeuwigheid duren / tot vervelens toe / daar lijkt geen eind aan te komen
('lang als een dag zonder brood')
Daar lijkt geen eind aan te komen... In vroeger tijden was brood zowat het enige voedsel dat de armsten ter beschikking stond. Er was zelfs een uitdrukking die zei à la faim il n'y a point de mauvais pain ('voor honger bestaat er geen slecht brood'). Ieder stukje brood, of het nou vers of oud is, is goed voor iemand die echt honger heeft. Als zelfs dat niet beschikbaar is, dan duurt een dag erg lang. De uitdrukking long comme un jour sans pain gaf in de zeventiende eeuw alleen die lengte (in ruimte en/of tijd) aan. In de achttiende eeuw kwam daar het aspect van verveling (in het Duits niet voor niets langweilen, lett. 'langetijden') bij: iets wat tot vervelens toe door blijft gaan, waar geen eind aan lijkt te komen.
volgende keer:
Bent u bekend met de witte wolf?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten