onder de stront zittend / stom/onhandig / klootzak/boerenlul / makker
De eerste betekenis is min of meer letterlijk, aangezien vroeger foire (tegenwoordig 'jaarmarkt, kermis') een vulgair woord was voor 'diarree', vergelijk met ons 'schijterij'. Dat daar andere negatieve betekenissen aan worden gegeven is te verwachten. Waar wij in het Nederlands onze scheldwoorden vaak ontlenen aan ziekten ('kanker', 'tering' enz.) - iets wat in andere talen niet zo gebruikelijk is - ontlenen bijna alle andere Europese talen hun scheldwoorden aan geslachtsdelen en uitwerpselen, zie ook het plaatje: Un enfoiré et quelques connards. Beide woorden zijn te vertalen als 'klootzak' (in de geslachtsdelen gaan wij in het Nederlands ook mee...), maar de stam van het eerste woord is dus foire ('schijterij') en van het tweede con ('kut'). Als je met enfoiré 'klootzak' bedoelt, dan heb je het in het algemeen over iemand die weinig loyaliteit of respect toont of weinig moreel besef heeft. Vroeger werd enfoiré ook wel gebruikt in de betekenis 'onhandig'. Tenslotte is het mogelijk dat de betekenis van het woord juist weer wordt omgedraaid en dus een soort geuzenwoord wordt. Ook in het Nederlands kunnen vrienden (denk bijvoorbeeld aan het corpsballenmilieu) elkaar 'klootzak' en vriendinnen elkaar 'slet' noemen, terwijl ze dat eigenlijk juist positief schijnen te bedoelen. Dat is ook mogelijk met enfoiré dat dan een zelfde lading krijgt als het woord pote ('makker'). Lastig, die straattaal...
volgende keer:
krijgen we zand in de motor...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten