vrijdag 29 mei 2020

famille de mots : terrasse

terrasse - terrasse-jardin - terrassement - terrasser - terrassier

Overal worden de voorbereidingen getroffen, velen zien er reikhalzend naar uit, er verschijnen al reserveringsapps... over twee dagen gaan de terrassen weer open. Ik heb nog geen kaartje (wel een bioscoopkaartje en twee museumkaartjes trouwens)... dus voorlopig ben ik aangewezen op mijn balkon.
Het woord terrasse komt uiteraard van terre ('aarde') en heeft dezelfde betekenissen als in onze taal. Het kan ook 'grondwerk', 'bovenkant van een voetstuk' en 'onpolijstbaar deel van steen' betekenen. 
Een terrasse-jardin is een 'terrastuin'. Een terrassement is een ander woord voor 'grondwerk' en het kan ook staan voor een 'ophoging, aarden wal'. Des travaux de terrassement zijn 'graafwerkzaamheden'. 
Terrasser betekent 'op de grond werpen, vloeren'. Figuurlijk kan het ook 'diep schokken, verslagen achterlaten' betekenen. Het kan ook 'grondwerkzaamheden verrichten' betekenen, de werkzaamheden van een terrassier, een 'grondwerker'.
Een kleine woordfamilie vandaag, maar o, wat zien we er naar uit...

volgende keer:
draaien we een kerel om...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten