'Ik hou te veel van vlees om ermee te stoppen' |
('een klapstuk afsnijden')
Zijn slagers zulke kletsmajoren terwijl ze hun mes zetten in een kadaver?
Hoewel die er zeker zullen zijn, kan ik u wel vertellen dat de uitdrukking daar niets mee te maken heeft. Tegenwoordig betekent bavette klapstuk, maar in de tweede helft van de zeventiende eeuw, toen de uitdrukking ontstond, was bavette een woord voor het gebabbel (tegenwoordig babil) van kleine kinderen. Later kon het ook het geklets van volwassenen aanduiden (tegenwoordig bavardage). Nog weer later werd bave waarvan bavette een verkleinwoord is gebruikt in de betekenis 'kwijl, zever' en dat is het tot op heden. Een bavette ('klapstuk') is dus letterlijk een 'kwijlstuk', een stuk vlees waarvan je gaat kwijlen of likkebaarden. In het Nederlands zie je trouwens een vergelijkbare betekenisverschuiving in de woorden 'zeveren' en 'gezever' al hebben die een wat negatieve betekenis ('zeuren'), terwijl tailler une bavette 'gewoon een praatje maken' betekent, zonder die negatieve bijbetekenis.
Maar waarom dan dat tailler dat 'snijden' betekent? Je kunt natuurlijk in een praatje allerlei onderwerpen 'aansnijden', maar dat is misschien een toevallige overeenkomst. In de dertiende eeuw kon je tailler bien la parole à quelqu'un (lett. 'iemand goed het woord slijpen' in de betekenis 'welsprekend het woord tot iemand richten', alsof je woorden dus met precisie gebeeldhouwd werden. Naar analogie met deze uitdrukking is waarschijnlijk tailler des bavettes ontstaan, een beetje ironisch dus, omdat het bij een bavette juist gaat om onnozel gebabbel of gekakel, waaraan weinig eloquentie te pas komt. In de loop van de negentiende eeuw is het tailler une bavette geworden, in het enkelvoud dus en zonder de negatieve bijklank.
volgende keer:
Dit jaar ben ik thuisgebleven. Nu is het aan anderen om met sterke verhalen te komen uit het buitenland...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten