donderdag 20 februari 2020

en avoir marre

er schoon genoeg van hebben
('er zijn deel van hebben')

Sinds het eind van de negentiende eeuw is de uitdrukking j'en ai marre (naast de variant c'est marre sinds het begin van de twintigste eeuw) een van de meest gebruikte zegswijzen om aan te geven dat je ergens genoeg van hebt. Over de herkomst van het woord marre hebben veel theorieën de ronde gedaan. Zo zou het afkomstig zijn van een inmiddels verdwenen werkwoord se marer of se marrir dat 'zich vervelen' betekende. Anderen brachten het in verband met het Spaanse mareo dat 'zeeziek' betekent en daarvan afgeleid 'beu'. Weer anderen wijzen naar het Arabisch waarin andelk marra 'je hebt het een keer gehad' ofwel 'het is genoeg geweest' zou betekenen.
Maar inmiddels wordt aangenomen dat het komt van het argot-woord mar of maré dat in de jaren '80 van de negentiende eeuw gebruikt werd om het aandeel in de buit van een diefstal aan te geven. Avoir son mar betekende dat je je aandeel binnenhad, dat je had wat je nodig had, dat je dus genoeg had. Je bent dus verzadigd, een kleine stap naar: je bent het zat.

volgende keer:
gooien we het over een andere boeg...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten