zondag 2 september 2018

donner - passer

geven - aangeven/doorgeven

Op het plaatje: 'Ik heb geen Viagra 50 meer. Ik geef u 100 gram en vanavond breekt u haar in tweeën. - Mijn vrouw? - Nee, de pil.'
Eigenlijk heeft het plaatje niet zo veel te maken met het onderwerp, want hier zit de spraakverwarring in la casser en deux, maar ik vond het plaatje omdat ik op zoek was naar een verbeelding van je vous donne ma femme, wat een Nederlander zomaar zou kunnen zeggen aan de telefoon als hij wil zeggen: 'Ik geef u mijn vrouw (even)'. Het werkwoord donner zou hier te letterlijk kunnen worden opgevat en het klinkt in zo'n geval dus alsof je je vrouw wilt weggeven. Het juiste werkwoord zou hier zijn passer ('doorgeven, aangeven') : Je vous passe ma femme, wat in het Nederlands weer een beetje eigenaardig klinkt, alsof je je vrouw even doorgeeft, zoals je het zout aangeeft aan tafel: Tu peux me passer le sel, s'il te plaît ? Houd er bij het werkwoord donner ook rekening mee dat er in het Frans een vaste volgorde geldt voor lijdend voorwerp (eerst) en meewerkend voorwerp (daarna). Vertaal dus 'ik geef mijn vrouw een cadeau' niet als je donne ma femme un cadeau. Zodra je zegt je donne ma femme dan wordt ma femme als lijdend voorwerp verstaan en geef je haar dus geen cadeau maar geef je haarzelf als cadeau weg (het verschil tussen un cadeau en en cadeau is dan nauwelijks hoorbaar).

volgende keer:
Wat roep je in het Frans als je een warme schotel op tafel zet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten