('het zijn gepijpte dobbelstenen')
... et ceci n'est pas un dé non plus ('en het is ook geen dobbelsteen'), maar een 'gepijpte dobbelsteen'. Nou ja, nu kunnen we ons bij 'gepijpt' van alles voorstellen, maar het is van oorsprong de voltooide tijd van 'fluiten', net als in de uitdrukking 'naar zijn pijpen dansen'. Een pipeau is een fluitje en vroeger ook een benaming voor een appeau, een 'lokfluitje' dat vogelgeluiden imiteerde om ze aan te lokken. Nog eerder betekende piper net als bij ons 'piepen' en in de jacht (we hebben het inmiddels over de veertiende eeuw) 'vogels lokken met piepgeluiden'. Al heel lang wordt het werkwoord piper dus geassocieerd met 'bedriegen', omdat je je immers anders voordoet dan je bent om een doel te bereiken. Dés pipés moet je dus eigenlijk zien als dobbelstenen waarmee gesjoemeld is, zodat ze vaak een hoog aantal ogen gooien. Waar wij in onze uitdrukking verwijzen naar valsspelen bij het kaarten, verwijst de Franse uitdrukking naar een gemanipuleerd dobbelspel...
volgende keer:
Kun je in het Frans ook meerdere pijlen op je boog hebben?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten