zaterdag 27 mei 2017

bon gré mal gré

of je het nou wilt of niet
('goedschiks kwaadschiks')

Het woord gré is een wat verouderd woord voor 'goeddunken', 'welbehagen', dat in veel andere combinaties regelmatig terugkeert. Zo zit het woord ook in het werkwoord agréer ('behagen, believen') wat in het Engels to agree ('instemmen') heeft opgeleverd. Maar zo kennen we ook de woorden agréable ('aangenaam') en malgré ('ondanks'). Je kunt obéir de bon gré ('gehoorzamen zonder tegenstribbelen'), s'habiller à son gré ('zich naar eigen smaak kleden'), partir de (son) plein gré ('geheel vrijwillig vertrekken'). En daar zit het hem dus in, in die  wil, of dat nu de vrije, eigen wil (bon gré) is, of naar believen van iemand of iets anders: zo kan een boot bijvoorbeeld au gré du vent ('stuurloos', lett. 'naar de wil van de wind') varen, of echt tegen je wil, kwaadschiks. Een andere manier om 'goedschiks of kwaadschiks' te zeggen is de gré ou de force ('uit wil of uit dwang').

volgende keer
bekijken we hoe we zoiets Nederlands als 'gedoogbeleid' in het Frans kunnen vertalen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten