donderdag 2 november 2017

cancans

lasterpraat, roddels
('gekwaak')

Als wij het woord cancan horen, dan denken we waarschijnlijk meteen aan de revuedansen in de Moulin Rouge zoals die populair werden aan het eind van de negentiende eeuw en die we ook kennen van de schilderijen van Toulouse-Lautrec. 
Het woord cancan is eigenlijk een klanknabootsing van het gesnater van eenden (canard), hoewel het misschien meer lijkt op het gegak van ganzen. Tegenwoordig laat men Franse eenden meestal coin coin kwaken, maar dat terzijde. Van 'gesnater' of 'gekwaak' naar 'geroddel' en kwaadspreken is natuurlijk maar een kleine stap: veel gekwek, weinig inhoud.
De dans waarbij een groep vrouwen op een rij gaat staan en haar rokken optilt, was van oorsprong overigens de laatste figuur van de quadrille, een uit de achttiende eeuw daterende carnavalsdans en heette voluit chahut cancan (of chahut coincoin). Chahut is de benaming 'ongeordende wilde dans' en 'lawaai, tumult'. De cancan is misschien wel redelijk geordend, maar ook wild en gaat gepaard met veel kreten en lawaai, gekwaak dus...

volgende keer:
Hoe zeg je 'zonder slag of stoot' in het Frans?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten