('een schemering voor de ogen hebben')
C'est bien toi, ou est-ce que j'ai la berlue ? ('Zie ik het nou goed? Ben jij het, of verbeeld ik het me?). Tu as la berlue ! ('Je ziet ze vliegen!') Si je n'ai pas la berlue, c'est bien lui ! ('Als ik mijn ogen mag geloven, dan is hij het!'). Dit zijn wat voorbeelden van hoe je de uitdrukking avoir la berlue kunt gebruiken. Waar het woord berlue - dat trouwens ook in het bijvoeglijk naamwoord éberlué ('perplex, stomverbaasd') zit - vandaan komt, is niet helemaal duidelijk. Misschien is het een verbastering van het dertiende-eeuwse werkwoord belluer dat zowel 'verblinden' als 'bedriegen' betekende. Aanvankelijk had het vooral betrekking op bedrieglijke praatjes. Vervolgens is het woord in onbruik geraakt om twee eeuwen later weer op te duiken om een medische aandoening te beschrijven waarbij sprake was van gezichtsbegoocheling. Dat heeft in de zeventiende eeuw weer aanleiding gegeven tot de uitdrukking die momenteel nog steeds gebruikt wordt.
volgende keer
bekijken we hoe we 'aandoen' kunnen vertalen in het Frans.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten