zondag 19 maart 2017

hoe vertaal je 'liggen' in het Frans?

aller, y avoir, attirer, dépendre (de), être, être allongé, être couché, être étendu, être situé, être en train de, gésir, reposer, tenir (à), se trouver

Nu we het onmogelijke 'staan' behandeld hebben, kan ik natuurlijk niet achterblijven met de andere posities 'liggen' en 'zitten'. Deze week bespreken we enkele mogelijke vertalingen van het werkwoord 'liggen'.

Allereerst geldt natuurlijk voor 'liggen' hetzelfde als voor 'staan' als we gewoon willen aangeven dat iets zich in de ruimte bevindt. Je kunt dan gewoon zeggen dat het in die ruimte 'is' of 'zich bevindt'. Je hebt dan dus de keuze uit y avoir, être en se trouver : il y a un livre sur la table ('er ligt een boek op de tafel'), le chat est sur le canapé ('de kat ligt op de bank') of les enveloppes se trouvent dans le tiroir ('de enveloppen liggen in de la'). 

Wil je echt aangeven dat iemand uitgestrekt ligt (en dus niet staat of zit), dan kun je weer een element toevoegen aan het werkwoord être. Je hebt de keuze uit être allongé ('languit liggen'), être couché ('(in bed/op de bank) liggen') en être étendu ('uitgestrekt liggen'). 

We kunnen met 'liggen' ook bedoelen 'gelegen zijn'. Een van de mogelijke vertalingen is dan être situé : Blois est situé sur la Loire ('Blois ligt aan de Loire'). 

Een definitieve wijze van liggen (op het kerkhof) kan worden vertaald met reposer (lett. 'rusten') of gésir , voornamelijk in de uitdrukkingen ci-gît ('hier ligt') en ici repose(nt) ('hier rust(en)').

Maar ons werkwoord 'liggen' kan ook minder letterlijke betekenissen hebben, zoals 'afhangen van'. In die gevallen kun je bijvoorbeeld de werkwoorden tenir à en dépendre de gebruiken: cela tient au fait que ('dat ligt aan het feit dat') of ça dépend ('dat ligt er maar aan'). 

'Liggen' kan net als 'staan' en 'zitten' ook gebruikt worden om een handeling aan te duiden die aan de gang is. In dat geval kun je bijvoorbeeld être en train de ('bezig zijn met') gebruiken: il est en train de râler ('hij ligt te zaniken').

Tenslotte kunnen in uitdrukkingen als 'dat ligt hem goed' en 'dat ligt mij niet zo' ook de werkwoorden aller (cela lui va bien) of attirer (ce genre ne m'attire pas) gebruikt worden.

En dit is natuurlijk nog maar het topje van de ijsberg...

volgende keer
hebben we het over oude soeppannen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten