(lett. 'de kaars aan beide uiteinden branden')
Jazeker, deze uitdrukking kan twee dingen betekenen: materiële zaken verspillen of jezelf verspillen: spelen met je gezondheid, totdat je helemaal opbrandt. De uitdrukking komt uiteraard uit de tijd voor de ontdekking van het elektrische licht, toen je spaarzaam moest omgaan met kaarsen en ze alleen in moest zetten als dat absoluut noodzakelijk was. Ook moest je eraan denken ze op tijd te snuiten. We denken er zelf natuurlijk niet meer bij na, maar nog steeds wordt brûler ('branden') gebruikt als we het over het licht hebben. On laisse brûler la lumière ('we laten het licht branden'). Als we dat trouwens met iets anders doen, dan laten we het aanbranden. We kunnen brûler pour quelqu'un ('voor iemand in vuur en vlam staan') of brûler d'enthousiasme, d'impatience ('gloeien van geestdrift, branden van ongeduld) of brûler de faire quelque chose ('ergens op gebrand zijn'). Maar brûler kan ook 'overslaan' betekenen: we kunnen brûler un feu rouge ('door rood rijden'). Als we brûler les étapes, dan lopen we te hard van stapel ('we slaan etappes over'). We kunnen net als in het Nederlands de schepen achter ons verbranden: brûler ses vaisseaux en zo kunnen we ook onze vingers branden: se brûler les doigts. Zolang we maar niet een kogel door ons hoofd jagen: se brûler la cervelle ('zijn hersenen verbranden'). Wat wij Nederlanders wel weer heel gemakkelijk schijnen te doen, is iemand op de man af iets te vragen: à brûle-pourpoint (als je tussen de dertiende en achttiende eeuw iemand van dichtbij neerschoot, verbrandde daarbij zijn pourpoint, zijn 'wambuis').
volgende keer
nemen we het er even lekker van...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten