zaterdag 13 februari 2016

il n'a pas inventé le fil à couper le beurre

hij heeft het buskruit niet uitgevonden
(lett. 'hij heeft de draad om boter te snijden niet uitgevonden')

Gisteren bekeken we een aantal uitdrukkingen met ficelles ('touwtjes'). Vandaag pakken we de draad weer op (on reprend le fil) met het woord fil ('draad'). Zo vinden wij het kennelijk niet erg snugger om niet in staat te zijn om het buskruit uit te vinden (ik begin meteen aan mezelf te twijfelen, want ik zou het eerlijk gezegd ook niet weten), terwijl het misschien inderdaad wat meer voor de hand ligt om het principe te bedenken van een draad waarmee je boter door kunt snijden. Als iets volkomen doorzichtig is - in de zin dat het er dik bovenop ligt - dan is het genaaid met witte draad (cousu de fil blanc). Fil wordt trouwens ook algemeen gebruikt voor de telefoon: als je iemand opbelt, geef je hem een 'slag met de draad' (un coup de fil) en als je niet zeker bent wie je aan de lijn (daar heb je de draad...) hebt, kun je vragen: Qui est au bout du fil? (lett. wie is er aan de andere kant van de draad?) Le fil de l'épée is het scherp van het zwaard en als je passe l'ennemi au fil de l'épée, dan 'jaag je je vijand over de kling', zeker als je lot aan een zijden draadje hing: Cela n'a tenu qu'à un fil ('dat hing slechts aan een draad'). Als je het heft in handen wilt houden, moet je tenir les fils des marionnettes ('de draden van de marionetten vasthouden'), want je wilt natuurlijk niet aan iemand gebonden zijn: avoir un fil à la patte (lett. 'een draad aan je poot hebben'). Nou, dat is weer genoeg voor vandaag. Er zijn nog meer uitdrukkingen met fil, maar dan raken we misschien de draad kwijt (on perd le fil)...

volgende keer
is het Valentijnsdag...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten