zaterdag 25 juni 2016

ça se voit

dat kun je wel zien
(lett. 'dat ziet zich')

op de foto:
- We hebben de inrichting veranderd maar er ontbreken nog wat finishing touches.
- Dat kun je wel zien!
- Ik heb zelf de gordijnen gedaan!
- Dat kun je wel zien!
- Eh... Daar kun je het raam niet meer open doen...
- Dat kun je wel ruiken!
- Weet je, ik ben ook niet meer de jongste...
- Dat kun je wel zien!
- Maar dat is toch geen manier om tegen je schoonmoeder te praten! Je moet wel weten dat ik een hele lange, vermoeiende reis heb gemaakt om hier te komen.
- Ja... dat kun je wel ruiken!

In het Frans (en andere Romaanse talen) gebruik je veel vaker wederkerende werkwoorden dan in onze taal. Wij gebruiken dan eerder een lijdende vorm (met 'worden') of een onpersoonlijke vorm (met 'men' of liever nog 'je'). Enkele voorbeelden, naast de al genoemde: 

ça se vend      -     'dat verkoopt goed / dat wordt goed verkocht'
ça se comprend     -     'dat is begrijpelijk / dat begrijp ik'
ça se saurait     -     'dat zou ik / dat zouden we (enz.) geweten hebben'
cela s'explique     -     'dat is uit te leggen / dat kun je uitleggen'
cela se prononce     -     'dat wordt uitgesproken'

Het onderwerp hoeft uiteraard niet per se ça of cela ('dat') te zijn. Je kunt ook bijvoorbeeld zeggen: Les iPhones se vendent bien aujourd'hui ('iPhones worden goed verkocht dezer dagen').

volgende keer
Iedere Nederlander denkt te weten hoe je in het Frans zegt: 'Zo, dat was het.' Maar is dat wel zo?...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten