Het is niet verbazingwekkend dat er in een cultuur waar de keuken zo centraal staat erg veel woorden bestaan voor het begrip 'koken'. In het Nederlands kan het begrip 'koken' voor heel verschillende dingen staan, al hebben we dat misschien niet meteen door: we gebruiken het woord voor de gehele activiteit van het bereiden van een maaltijd en specifiek voor het op kookpunt brengen (transitief) of geraken (intransitief) van vloeistoffen: 'water koken', 'het water kookt' alsmede van de producten die zich in die vloeistof bevinden: 'aardappelen koken'. Al deze betekenissen worden in het Frans uit elkaar gehaald.
Laten we beginnen met de overkoepelende term voor 'een maaltijd bereiden'. Hiervoor kun je de eerste drie termen gebruiken: J'aime faire la cuisine ('ik hou van koken'); mon frère sait très bien cuisiner ('mijn broer kan heel goed koken') en je vais préparer le repas maintenant ('ik ga nu het eten koken') of qu'est-ce que tu vas préparer/cuisiner? ('wat ga je koken/maken?').
De eerste betekenis van 'koken' die je meestal in het woordenboek vindt, is bouillir, maar die is dus in geen van bovenstaande betekenissen te gebruiken. Ten eerste kun je niet 'iets bouillir'; het werkwoord is immers onovergankelijk, het heeft geen lijdend voorwerp. Alleen vloeistoffen kunnen bouillir. Je kunt dus bijvoorbeeld zeggen: l'eau bout ('het water kookt'). Wil je zelf water aan de kook brengen, dan moet je het werkwoord faire ('laten, maken') toevoegen: je vais faire bouillir l'eau ('ik ga het water koken') of faites bouillir de l'eau ('breng water aan de kook').
Zodra er echter spijzen in het spel zijn (bijvoorbeeld aardappelen of rijst, maar zelfs vloeibare spijzen als melk of soep) gebruik je geen (faire) bouillir maar (faire) cuire of zelfs alleen faire. Cuire betekent letterlijk 'gaar worden' en faire cuire dus 'gaar laten worden'. Zo zeg je faire cuire des pommes de terre ('aardappelen koken'), faire cuire du lait ('melk koken') en faire de la soupe ('soep koken/maken'). Gekookte aardappelen zijn des pommes de terre cuites à l'eau, dit ter onderscheiding met des pommes de terre cuites au four ('uit de oven') en des pommes de terre sautées ('(in de koekenpan) gebakken aardappelen'). Zoals je ziet kan het werkwoord (faire) cuire dus ook gebruikt worden voor 'bakken': faire cuire au four (lett. 'gaar laten worden in de oven') is 'bakken in de oven'. Je moet dus echt je hoofd erbij houden als je ons simpele woord 'koken' of 'bakken' wilt vertalen.
Want zelfs al het bovenstaande is nog maar een tipje van de sluier... Er bestaan heel veel verschillende bereidingswijzen, waar we ook in het Nederlands allerlei termen voor hebben: denk aan 'smoren', 'braden', 'grillen'. Het gaat te ver ook al deze termen te behandelen. Ik noem er nog één die nog binnen de definitie 'koken' valt, namelijk (faire) mijoter voor 'zachtjes (laten) koken'.
Ik weet niet hoe het u is vergaan, maar ik heb er honger van gekregen en ik moet nog gaan ontbijten. Dus op naar het p'tit déj....
volgende keer
Het is prachtig zomers weer, maar helaas nog geen vakantie. Morgen is het weer maandag en moeten we weer aan het werk. Je zou er een beetje depressief van worden...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten