bas, à la coque, à voix basse, doux, doucement, gras, moelleux, mou, souple, tendre
Aan mij weer de taak me te beperken, want het scala aan mogelijkheden is weer veel groter dan de al indrukwekkende lijst woorden hierboven suggereert.
Het woord dat de meeste betekenissen van 'hard' dekt, is dur. Zo kan een materiaal dur zijn, een hard potlood is ook een crayon dur, harde lenzen zijn des lentilles dures, een hardgekookt ei is een oeuf dur, een hard oordeel is un jugement dur, harde tijden zijn des temps durs, en Clinton en Trump werken hard (travailler dur) om president van Amerika te worden, al voeren ze wel een harde politiek (politique dure).
Maar als je met hard 'hevig, krachtig' bedoelt, kun je ook fort of violent/avec violence gebruiken: claquer la porte avec violence ('de deur hard dichtslaan'), le vent souffle fort / il y a un vent violent ('de wind waait hard / er staat een harde wind'). Poussez plus fort / poussez plus ferme betekent 'harder duwen !'
Als je met 'hard' 'niet soepel' bedoelt, kun je ook rigide gebruiken: une couverture rigide is een 'harde kaft'.
En bedoel je met 'hard' 'hardvochtig', dan kun je naast dur ook kiezen voor rude: une rude école is een 'harde leerschool'.
Tenslotte kun je met 'hard' ook 'luid' bedoelen. In dat geval kun je kiezen tussen fort en haut of à voix haute. Parler (tout) haut of à voix haute / à haute voix is 'hard(op) praten', maar dan kun je dan weer doen met une voix dure ('een harde stem').
Dan 'zacht': Laten we met de tegenhanger van de laatstgenoemde beginnen. 'Zacht praten' is parler bas of à voix basse.
Materiaal dat zacht aanvoelt, is mou/molle. Een 'zacht kussen' is un coussin mou, maar zacht gesteente en zacht hout noem je weer de la roche tendre (lett. 'teder') en du bois tendre. Een zacht potlood is un crayon gras (lett. 'vet') en een zachtgekookt eitje is un oeuf à la coque. Een 'zacht tapijt' of een 'zacht wijntje' zijn weer un tapis moelleux en un vin moelleux. Ja, met 'zacht' ligt het allemaal weer wat subtieler dan met 'hard'.
Als je mou van personen zegt, dan betekent het al gauw 'week(hartig)'.
Bedoel je met zacht 'rustig', dan kun je doux (bijv. nw.) en doucement (bijw.) gebruiken. Een 'zachte wind' is un vent doux, net als een 'zacht klimaat' : un climat doux. 'Zachte lenzen' tenslotte zijn des lentilles souples.
volgende keer
Hoe zeg je in het Frans dat je je tussen twee vuren bevindt?
😊merci!
BeantwoordenVerwijderen😊merci!
BeantwoordenVerwijderen