('zijn koekje dopen')
Heel Frans... deze gewoonte om zijn koekje (of zijn croissant, of zijn stokbrood) in de koffie te dopen. Veel Nederlanders halen hun neus ervoor op. Het resultaat is immers een zacht koekje en koffie met kruimels. Maar voor de Fransen is het haast een automatisme. En ja, het is al vaker geconstateerd: de Fransen hebben drie fascinaties: de keuken, poep en pies en... oh là là, dus inderdaad het dopen van een koekje staat ook voor het inbrengen van het mannelijk lid in... nou ja, waarin dan ook. Daarbij denken ze waarschijnlijk niet aan een kerstkransje zoals op de foto, maar eerder aan een boudoir ('lange vinger'). Een oudere uitdrukking met dezelfde betekenis is trouwens tremper son pain au pot ('zijn brood in de pot dopen') en er wordt wel geopperd dat biscuit in de nieuwe uitdrukking komt van bistoquette (tegenwoordig bistouquette) dat ook voor het mannelijk lid werd gebruikt. Het woord biscuit zelf komt van het Latijn biscoctus ('twee keer gebakken') en is daarmee dus in feite de Franse variant voor onze 'beschuit'.
En ach... met het grootste gemak bestaan hogere en lagere cultuur in het Frans naast elkaar. Want het beeld van het dopen van een koekje doet een goed opgeleide Fransman meteen denken aan een van de grootste schrijvers, Marcel Proust: in zijn lijvige werk A la recherche du temps perdu ('Op zoek naar de verloren tijd') roept de smaak van een in de thee gedoopte madeleine (een typisch Frans cakeje) bij de hoofdpersoon zulke herinneringen op dat hij zijn hele familiegeschiedenis begint op te halen. En 'nee, zegt Proust op het plaatje hiernaast, die zoektocht is geen verloren tijd.'
volgende keer
bespreken we hoe we 'hard' en 'zacht' kunnen vertalen in het Frans.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten