Ook weer zo'n woord waar geen eenduidige vertaling voor kan worden gegeven. Soms is het zelfs beter een werkwoord te gebruiken in plaats van een voorzetsel.
Laten we eerst onderscheid maken tussen het statische 'langs' en het bewegende 'langs'.
Als er geen beweging zit in 'langs' kun je het voorzetsel au bord de ('aan de kant van') of het werkwoord border gebruiken: il y a beaucoup d'immeubles de bureaux au bord de l'autoroute ('er staan veel kantoorgebouwen langs de snelweg') of des arbres bordent la route ('er staan bomen langs de weg'). Ook het voorzetsel le long de ('in de lengte van') is hier goed mogelijk.
Meestal zit er echter wel een beweging in het begrip 'langs': je loopt, rijdt of vaart ergens langs. Je kunt ook hier weer het voorzetsel le long de gebruiken: elles se promènent le long de la rivière ('zij wandelen langs de rivier'), maar je kunt ook het werkwoord longer ('gaan langs') gebruiken: longer la côte en bateau ('in een boot langs de kust varen').
Bedoel je met 'langs' 'voorbij', dan kun je beter passer gebruiken, dat vaak gecombineerd wordt met het voorzetsel devant ('voor'): je loopt of rijdt dus ergens voorlangs als het ware. Vous passez devant l'hôpital ('u komt/loopt/rijdt langs het ziekenhuis'). Als je er ook echt even binnengaat, gebruik je geen devant maar à, chez of par : je dois encore passer au bureau de poste ('ik moet nog even langs het postkantoor) of est-ce que tu peux passer chez le boulanger/par la boulangerie ? ('kun jij nog even langs de bakker gaan?'). Ook kan het voorzetsel soms volledig weggelaten worden: je repasserai ('ik kom nog wel eens langs').
Als je iemand aanspoort om hier- of daarlangs te gaan, gebruik je ook het voorzetsel par ('via'): par ici en par là, wat overigens ook 'hierheen' en 'daarheen' kan betekenen...
volgende keer
Hoe zou je 'okiedokie' zeggen in het Frans?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten