Hier moet ik toch echt weer keuzes maken, want ons woord 'afzetten' kan ontzettend veel verschillende betekenissen hebben. Als je bijvoorbeeld iemand op het station afzet, zoals hiernaast op het Gare de Lyon in Parijs, dan gebruik je daarvoor het werkwoord déposer (est-ce que tu peux me déposer à la gare ?). Hetzelfde werkwoord kun je ook gebruiken voor stoffen die zich ergens tegen afzetten en ook voor het uit het ambt zetten van iemand (déposer un roi). Wil je de radio of het gas afzetten, dan kun je daarvoor éteindre (lett. 'doven') of fermer (lett. 'sluiten') gebruiken: n'oublie pas de fermer le gaz avant de partir ('vergeet niet het gas af te zetten voor je weggaat').
Je kunt natuurlijk ook een hoed afzetten: enlever of ôter son chapeau. Zet je je bril af, dan kun je ook retirer ses lunettes.
Als de dokter een been afzet, gebruik je het werkwoord amputer en wanneer de politie een huis afzet, dan gebruik je cerner (lett. 'omsingelen'): la maison était cernée par la police. Een bouwterrein dat wordt afgezet, wordt clôturé ('afgesloten').
Repousser gebruik je om je tegen iets af te duwen.
Wanneer je iets koopt, kun je ook worden afgezet. Afzetten in de betekenis van 'oplichten' kun je vertalen met escroquer of rouler.
En zo kunnen we heel veel kanten op met dit werkwoord.
volgende keer
gaan we samen op één lijn zitten...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten